De weerstandsratio komt bij de Begroting 2020 uit op een stand van 1,1. Dat is onder de met de raad afgesproken grens van 1,4 waarbij overwogen kan worden het surplus aan te wenden, maar wel boven de normratio van 1,0. Ten opzichte van de Jaarrekening 2018 is sprake van een daling van de ratio die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door de bij de Kadernota 2020 vastgestelde incidentele beleidswensen (€ 6,9 miljoen). Dekking van deze beleidswensen vindt plaats vanuit de algemene reserve. Het risicoprofiel is verder nagenoeg onveranderd.
De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Nieuwe projecten, economische ontwikkelingen en investeringsbeslissingen kunnen het risicoprofiel beïnvloeden waardoor het weerstandsvermogen aan tussentijdse fluctuaties onderhevig is.
In de paragraaf Grondbeleid wordt separaat uitleg gegeven over het risicoprofiel en de algemene reserve van het Grondbedrijf in 2020.